Stikstof in Vlaanderen: voldoende stof tot nadenken… (interview met Kurt BECUE)

14 april 2023

Op 10 maart 2023 sloot de Vlaamse regering een stikstofakkoord. Dit akkoord is het voorlopige sluitstuk van een reeks maatregelen en doelstellingen die de stikstofuitstoot in Vlaanderen moet doen dalen. De volgende stap is dit akkoord in een decreet gieten dat het Vlaams parlement moet goedkeuren. Hoe kijkt Kurt Becue, milieu-expert en docent van het Confocus-seminarie ‘Het stikstofdossier: huidige ontwikkelingen’, naar deze saga?

Hoe ontstaat schadelijke stikstof?

 “De hoofdrolspeler in dit verhaal – stikstof – omvat voornamelijk twee schadelijke verbindingen, namelijk ammoniak en stikstofoxiden”, bevestigt Kurt Becue, landbouwkundige van opleiding. “Ammoniak (NH3) is de verbinding van stikstof en waterstof en komt vrij bij landbouwactiviteiten, zoals uit mestopslagplaatsen, mestverwerking of rechtstreeks uit de veestallen. Stikstofoxiden (NOX) ontstaan uit stikstof en zuurstof en worden vooral uitgestoten door industrie en transport. Denk bijvoorbeeld aan verbrandingsmotoren van auto’s, productieprocessen in de industrie en de verwarming van gebouwen.”

“Ammoniak en stikstofoxiden komen in de lucht terecht. Een deel van de stikstof blijft in de lucht hangen. De stikstof reageert met andere deeltjes in de lucht en vormt fijnstof. Een ander deel valt op de grond, in de vorm van stof of neerslag. Dat heet stikstofdepositie.”

Tijdslijn: van arrest tot PAS

“In dit dossier was het de Raad voor Vergunningsbetwistingen die begin 2021 de kat de bel aanbond”, geeft Kurt Becue aan. “Een pluim- en rundveebedrijf in het Limburgse Kortessem belandde toen ongewild in het oog van de storm toen de vernietiging van hun uitbreidingsvergunning uitmondde in het stikstofarrest. Met dit arrest oordeelde de Raad dat het toenmalige stikstofkader ‘ te weinig wetenschappelijk onderbouwd’ was.”

“Als gevolg van deze beslissing werkte de Vlaamse regering een nieuwe regeling uit. Op 23 februari 2022 werd een krokusakkoord over de zogenaamde Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) bereikt, waarbij de krijtlijnen in een conceptnota werden vastgelegd. Vervolgens publiceerde het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid het ontwerp-Programmatische Aanpak Stikstof.”

“Van midden april tot midden juni 2022 konden burgers, organisaties, adviesinstanties en besturen opmerkingen geven op dit ontwerp. Dit openbaar onderzoek leverde maar liefst 20.000 bezwaren op. Na moeizame regeringsonderhandelingen werd het krokusakkoord van 2022 grondig bijgespijkerd, om het juridisch robuust en beter onderbouwd te maken. Op 10 maart 2023 kwam er witte rook, met een definitieve vastlegging van de Programmatische Aanpak Stikstof.”

N.v.d.r.:
Tussen 2013 en 2018 waren amper 3 van de 46 habitats in Vlaanderen in goede staat. 40 van de 46 habitats in Vlaanderen zijn gevoelig voor stikstof. Bij 28 van de 40 gebieden is stikstof de oorzaak van de slechte staat van de natuur.

(bron: website Vlaamse overheid)

Stikstofakkoord 2.0

Deze versie 2.0 van het stikstofakkoord lokte al veel reacties uit, en dat doet het nog steeds. “Het plan richt zich naar alle sectoren die stikstof uitstoten in de lucht: de industrie, het verkeer en de landbouw”, zegt Kurt Becue. “Zij moeten hun stikstofuitstoot drastisch verminderen tegen 2030, zodat Vlaanderen binnen de krijlijnen kleurt van de Europese Habitatrichtlijn uit 1992. Die richtlijn bepaalt dat alle Vlaamse natuurgebieden tegen 2050 in ‘goede staat van instandhouding’ moeten zijn, al valt het op dat de termen ‘stikstof’ en ‘kritische despositiewaarde’ (kdw) niet in de tekst voorkomen. Vlaanderen wil de kdw in de habitatrichtlijngebieden tegen 2030 voor de helft minder laten overschrijden, met 2045 als streefjaar om onder de kdw te eindigen.”

Landbouwsector in het vizier

“Sinds 2019 is er een Vlaams Luchtbeleidsplan om de luchtverontreiniging in onze regio aan te pakken, met de industrie en het verkeer als betrokken partijen”, aldus Kurt Becue. “In het nieuwe stikstofplan worden die doelstellingen bekrachtigd. Dit plan neemt echter vooral de landbouwsector in het vizier, omdat deze sector een belangrijke stikstofbron is. De hoogste stikstofwaarden vinden we in landbouwintensieve gebieden, met name West-Vlaanderen, het noorden van Antwerpen en het noordoosten van Limburg. Stikstofreducerende maatregelen worden geflankeerd door begeleidende en financieringsregelingen. Deze maatregelen houden rekening met de locatie van (landbouw)bedrijven dicht bij natuurgebieden, en de impact die ze hebben op de natuur.”

N.v.d.r.:
Uit cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) blijkt dat de landbouw in Vlaanderen verantwoordelijk is voor een totale stikstofuitstoot van 36 miljoen ton. Transport vertegenwoordigt 16,5 miljoen ton, gevolgd door de industrie en huishoudens.

Bij de stikstofuitstoot door de landbouw valt vooral het grote aandeel (91%) van ammoniak op, terwijl het bij transport voornamelijk gaat om de uitstoot van stikstofoxiden. Bovendien stellen onderzoekers ook vast dat het aandeel van ammoniak (dat onder andere in mest aanwezig is) in de Vlaamse uitstoot de voorbije twintig jaar nauwelijks daalt. Voor de uitstoot van stikstofoxiden is wel een daling zichtbaar, van 120 miljoen ton in 2000 naar circa 60 miljoen ton in 2020. Deze halvering is mede te verklaren door de coronamaatregelen die de beleidsmakers in ons land namen.

Samen met Nederland is België koploper in het Europese stikstofpeloton: volgens het European Monitoring and Evaluation Programme (EMEP) bedraagt de emissiedichtheid voor stikstof 31,6 kilogram stikstof per hectare in België, terwijl dit in Nederland 50 kilogram per hectare bedraagt. Denemarken staat op de derde plaats, met 21 kilogram per hectare.

(bronnen: De Tijd – VMM – EMEP)

Meten is weten?

Volgens Kurt Becue rijzen er heel wat vragen over de verschillende benadering tussen landbouwbedrijven en de industrie en de bepaling van de precieze impact van ammoniak van een bepaald landbouwbedrijf op de kwetsbare natuur in de directe omgeving. “In het nieuwe stikstofakkoord kunnen veehouders en mestverwerkers enkel een start- of uitbreidingsvergunning krijgen als hun impactscore lager is dan 0,025 procent. Dergelijke score drukt de mate uit waarin de stikstofuitstoot van een bedrijf leidt tot een overschrijding van de kdw in natuurgebied. De regeringspartijen klopten een compromis af dat vanaf 2025 landbouwbedrijven met een score tussen 0,025 en 1 procent, toch een vergunning kunnen krijgen als de passende beoordeling dit toestaat. En zelfs voor landbouwers die hoger dan 1 procent scoren, is een vergunning nog steeds mogelijk, via het principe van ‘extern salderen’ (dus wanneer een collega stopt of zijn activiteiten afbouwt).”

Voor de industrie ligt de impactscoredrempel op 1 procent. Kurt Becue wijst op het belang van de toepassing van correcte meetcijfers, wat geen sinecure is. “Zo gaf de Universiteit van Delft onlangs aan dat de stikstofuitstootcijfers van vliegtuigen niet correct blijken te zijn. De impact van het vliegverkeer op deze problematiek zou tot nu toe dus steeds zwaar onderschat zijn. Bovendien mogen we niet vergeten dat – als we onze eigen landbouwers en bedrijven met de vinger wijzen – de emissie van schadelijke stikstof letterlijk geen grenzen kent. Dus hoe kunnen we zo accuraat mogelijk meten hoe buitenlandse activiteiten of transportbewegingen de uitstoot in onze regio mee bepalen?”

Dringend nood aan langetermijnvisie

Volgens Kurt Becue heeft de Vlaamse overheid de voorbije jaren heel wat kansen gemist om het stikstofdossier proactief naar zich toe te trekken, zodat de huidige explosieve situatie vermeden had kunnen worden. “Op diverse vlakken mis ik een langetermijnvisie bij onze beleidsmakers. Denk bijvoorbeeld aan het wanordelijke Vlaamse beleid wat ruimtelijke ordening betreft, met een lappendeken van diverse bestemmingsgebieden. Vandaag worden allerlei compenserende maatregelen voorzien, maar dit oplapwerk zal niet volstaan om onze verwaarloosde natuurgebieden op een duurzame manier te herstellen. We moeten in Vlaanderen dringend een versnelling hoger schakelen wat de bouwshift betreft, en dus een échte betonstop doorvoeren. Bovendien moeten onze landbouwers meer middelen krijgen richting duurzame transitie: het huidige landbouwmodel – met onder meer intensieve veehouderij, en dus met de massale import van eiwithoudende voedingsgewassen – is niet langer houdbaar. Het inzetten op een eiwittransitie, waarbij landbouwers zelf eiwithoudende gewassen telen, is een van de bouwstenen om de uitstoot van schadelijke stikstof onder controle te krijgen.”

Confocus-seminarie schept klaarheid

Over het stikstofdossier in Vlaanderen en Nederland is al veel inkt gevloeid. En dat zal wellicht nog een tijdje zo blijven. Daarom nodigde Confocus Kurt Becue uit om een heldere stand van zaken te presenteren over deze complexe problematiek, afgetoetst aan de recente actualiteit. “De voorbije jaren bleek dat de stikstofproblematiek gevolgen heeft voor de hele samenleving. Uiteraard zijn er de landbouwers en bedrijven die rechtstreeks geïmpacteerd worden door beleidsmaatregelen. Maar ook als burger is het belangrijk om goed geïnformeerd te blijven. Het succes van de BoerBurgerBeweging in Nederland bewijst dat de leefbaarheid op het platteland en voor de land- en tuinbouwsector vandaag hoog op de agenda staat. Want hoe zal het stikstofdossier bijvoorbeeld een rol spelen in onze voedselprijzen en ruimtelijke ordening? Tijdens het seminarie ‘Het stikstofdossier: huidige ontwikkelingen’ deel ik mijn kennis en visie hierover graag met een breed publiek van geïnteresseerden.”

Hartelijk dank voor dit interview!

(auteur: Geert Van Cauwenberge – april 2023)

Meer weten?

Wil u meer info of inschrijven voor de opleiding/webinar van Confocus “Het stikstofdossier: huidige ontwikkelingen” van 20 april 2023 (nadien ook als on demand webinar): klik hier

Erkenningen:

  • milieucoördinatoren: 3u
  • MER-deskundigen: 3u in de discipline biodiversiteit en 3u in de discipline lucht
  • MER-coördinator: 3u
  • OVB: 3u

Dhr. Kurt Becue
Milieu-expert